Eric Slaats Keynotespreker op SURF Onderwijsdagen 2019

Fontys ICT
Tijdens de SURF onderwijsdagen die op 5 en 6 november 2019 plaatsvonden in Den Bosch, was Eric Slaats één van de keynotesprekers. Bijgestaan door drie studenten als ervaringsdeskundigen hield hij een gloedvol betoog voor het Open Onderwijs zoals we dat kennen binnen Fontys Hogeschool ICT. Voorafgaand aan de onderwijsdagen verscheen onderstaand interview in SURF Magazine.

Open opleiding bereidt studenten voor op een onbekende toekomst

Sinds 2016 volgt een aantal studenten bij Fontys Hogeschool ICT de ‘Open opleiding’. Studenten bepalen in deze ICT-opleiding de leerroute naar hun diploma helemaal zelf: geen rooster, geen toetsen en zelfs geen voorgeschreven curriculum. Volgens Eric Slaats, course director en keynotespreker op de SURF Onderwijsdagen 2019 in november, leren studenten beter als je ze de ruimte geeft en aanspreekt op hun talenten. “We moeten ze eerder afremmen dan stimuleren.”

Wat is wat jou betreft de kern van de open opleiding?
“Alle studenten hebben 100 procent eigenaarschap over wat en hoe ze het doen en zelfs hoe ze beoordeeld worden. Dat levert een rijk palet aan studenten op met allemaal hun eigen curriculum binnen de ICT. Ons uitgangspunt is daarbij altijd positief: wat kan de student en wat is zijn of haar talent?”

Geeft alles zelf kiezen geen keuzestress?
“Nee, dat speelt juist veel meer binnen het traditionele onderwijs. Jongeren moeten daar kiezen uit enorm veel opleidingen. Wanneer die keuze toch nog niet goed blijkt te zijn, moeten ze wachten tot ze met iets nieuws kunnen beginnen. Wij zetten de deurtjes binnen de opleidingen als het ware juist open. Studenten kunnen dus veranderen tijdens de reis.”

Welk type studenten trekken jullie?
“We hebben nog niet één prototype ontdekt maar het zijn in ieder geval geen onzekere types. Het zijn mensen die zaken op hun eigen manier willen doen en zelf een richting willen kiezen. We hebben weinig afhakers.”

Wat valt je verder op bij jullie studenten?
“Studenten leggen de lat bijna altijd hoger dan wij als opleiding al doen. Bovendien hebben ze de neiging om steeds harder te gaan. We moeten ze eerder afremmen dan stimuleren. Studenten zijn ook erg bereid om elkaar te helpen. Ze zoeken elkaar ook bewust op voor zaken waar ze zelf niet goed in zijn. We werken met learning communities die dwars door de jaren heen lopen. Zo kunnen bijvoorbeeld een tweedejaars en een vierdejaars elkaar op specifieke onderdelen makkelijk helpen en versterken.”

Is een open opleiding vooral geschikt voor ICT-onderwijs?
“Nee hoor, het kan bij elk vakgebied. We zijn nu bijvoorbeeld in gesprek met een paramedische opleiding. Het begon bij ICT omdat juist daar de veranderingen zo groot zijn en snel gaan. Je kunt een curriculum sowieso niet meer voor tien jaar vastleggen.”

Hoe zorg je dat studenten met voldoende bagage de eindstreep halen?
“We werken met een vastgesteld competentiemodel. Dat beschrijft ICT’ers in al hun verschijningsvormen. We hebben dit in een 3D-model verbeeld als de levenscyclus van software. Aan de hand daarvan bouwen de studenten hun eigen profiel. Daarbij moeten ze groei laten zien op elk onderdeel. Die onderdelen zijn altijd echte praktijkcasussen. We werken daarvoor intensief samen met bedrijven. Zo krijgen onze studenten realistisch en betekenisvol onderwijs.”

Een open opleiding vraagt ook het nodige van de docent.
“Absoluut en dat is nog wel een uitdaging. Heel veel onderwijs is gebaseerd op wantrouwen: op controleren, meten en opdrachten en marsorders geven. Wij werken juist vanuit vertrouwen. Dat vraagt om een hele andere aanpak en mindset. Docenten vervullen bij ons meer een coachende rol. Ze kunnen bij ons stage lopen om te kijken of zo’n open opleiding iets voor hen is.”

Wat levert het de docenten volgens jou op?
“Heel veel. Je bent letterlijk en figuurlijk dichtbij je studenten. Je bent bezig met de inhoud maar ook veel met zaken als zelfreflectie, kritisch denken, persoonlijke ontwikkeling en creativiteit. Je ziet de kwaliteit en de zelfverzekerdheid van de studenten voor je neus groeien. Iets mooiers dan dat is er niet.”

Kortom, allemaal aan de open opleidingen.
“Wat mij betreft wel, maar zo ver zijn we nog niet. Het onderwijs is een vrij conservatieve wereld en het huidige accreditatiestelsel werkt ook niet in ons voordeel. Je hebt vooral mensen met lef nodig en een college van bestuur en een docentteam die erin geloven. Maar het belangrijkste verkoopargument voor open opleidingen is dat studenten erom vragen.”

Wat zie je in je glazen bol voor de komende jaren?
“Ik hoop dat diploma’s gaan verdwijnen en we steeds meer met portfolio’s gaan werken. Het onderwijs is nu te veel een certificeringsfabriek. We geven jonge mensen veel te weinig kans om goed te kiezen. Bijna de helft sneuvelt in de propedeuse. Dat is toch dramatisch? We moeten studenten echt persoonlijke curricula gaan bieden.”

Je geeft ruim 90 lezingen per jaar. Geen gebrek aan belangstelling dus.
“Er is erg veel interesse. Zowel vanuit het hbo als vanuit het wo. De mogelijkheden zijn ook groot: het is allemaal niet zo heel moeilijk. Zolang je maar opleidt voor de werkelijkheid en de uitdagingen uit de praktijk vertaalt naar je onderwijs.”

Je verzorgt de keynote tijdens de SURF Onderwijsdagen met het thema ‘motor voor versnelling’.
“Dat geldt zeker voor onze opleiding. Omdat de lat hoog ligt, gaat de kwaliteit omhoog. Dat zorgt ervoor dat onze studenten veel beter zijn uitgerust voor de toekomst. Voor veel bezoekers van de SURF Onderwijsdagen is een open opleiding waarschijnlijk nog een ver-van-hun-bed-show. Ik ga ze laten zien dat het geen theoretische exercitie is, maar dat het al volop gebeurt en bovendien uitermate goed werkt.”

Bron: SURF-Magazine 2019, nr. 3
Tekst: Johan Vlasblom

Meer informatie op de website van SURF

Bekijk de Keynote hier integraal terug: